Osteopathie onderzoekt het lichaam van top tot teen op de beweeglijkheid van vrijwel alle structuren. Alle weefsels, organen, bloedvaten, zenuwen etc., in het lichaam hebben een bepaalde bewegingsvrijheid nodig om goed te kunnen functioneren. De osteopaat onderzoekt al deze zaken en maakt een overzicht van waar er bewegingsverminderingen zijn. Dit kunnen spieren, gewrichten, organen, maar ook vliezen, wervels en banden zijn. De gevonden bewegingsverminderingen in het lichaam worden vervolgens onderzocht op hun onderlinge verbanden.
Osteopathie bezit de kennis van het lichaam om de verbanden te weten en te kunnen zien, maar hier wordt in het bijzonder gekeken naar de individuele samenhang. Een voet heeft invloed op een wervelkolom, de darm bepaalt de beweeglijkheid van de heup, de nek bestuurt de functie van de armen, etc.
Osteopathie is een manuele onderzoeks- en behandelmethode van het bewegingsapparaat, van organen en weefsels van het lichaam.
Manueel, omdat de osteopaat het onderzoek en de behandeling uitvoert met z’n handen. Met beweeglijkheid wordt niet alleen bedoeld het voortbewegen van de mens, maar ook de beweging van alle cellen, weefsels, spieren en botten ten opzichte van elkaar. Ook geldt dit voor de peristaltiek, ademhaling, orgaanbewegingen onder invloed van de ademhaling en voor de lichaamsvloeistoffen (bloed, lymfe, hersenvocht).
Osteopathie maakt gebruik van uitgebreide kennis van anatomie, fysiologie en pathologie.
|